Excelsior maakt op cruciale momenten vaak het onmogelijke waar. Maar soms lukt het ook net niet. Zoals op 15 mei 2011 in de laatste speelronde van de Eredivisie op bezoek bij Vitesse, zondag tegenstander in de derde speelronde. Wat als de 1-5 die middag wél was gevallen en niet Excelsior maar Vitesse play-offs tegen degradatie moest spelen?

Het was het seizoen dat Vitesse onder Merab Jordania in buitenlandse handen viel en de Arnhemse ellende begon. De persconferentie van destijds – ‘Vitesse gaat nu voor de landstitel’ – werd afgelopen seizoen nog maar eens volop gedeeld. Binnen drie jaar zou het moeten gebeuren en het seizoen 2010-2011 werd volgens de Georgische zakenman afgesloten met een plek in de top-acht.

Het liep net wat anders. Mister Vitesse Theo Bos werd de laan uitgestuurd, de shirtsponsor stopte er in de winter mee en in de voorlaatste speelronde was Vitesse onder leiding van de Spaanse trainer Albert Ferrer nog niet eens zeker van rechtstreekse handhaving. Zo had Excelsior op 15 mei 2011 dé club kunnen zijn die Vitesse met een onmogelijke stunt de play-offs in stuurde. Was de degradatie van Vitesse dan al 13 jaar eerder werkelijkheid geworden?

Doelsaldo
Voor aanvang van de laatste speelronde in het seizoen 2010-2011 stond Excelsior namelijk zestiende met 32 punten en een doelsaldo van -24. De Graafschap (dat die middag won) en Vitesse hadden drie punten meer met een doelsaldo van respectievelijk -24 en -16. Oftewel: Excelsior had rechtstreekse handhaving nog in eigen hand. De opdracht was ‘simpel’: met vier goals verschil winnen in Arnhem.

En waarom niet? Een jaar eerder was Excelsior gepromoveerd na de krankzinnige slotfase in Spangen en Vitesse was na de overname van Jordania niet alleen – zoals we nu weten – financieel maar ook sportief in een moeras beland. Dus stapten de supporters met goede hoop in de bussen om Alex Pastoor met een stunt van jewelste afscheid te zien nemen als trainer van Excelsior, dat op het veld duidelijk maakte waarvoor het naar Arnhem gekomen was.

Aan de 0-1 van Guyon Fernandez tien minuten voor rust gingen al drie grote kansen vooraf. Vervolgens kwam Vitesse goed weg omdat er nog geen VAR bestond, anders had Slobodan Rajokovic er met rood afgegaan vanwege natrappen richting Fernandez. De fluitconcerten vlogen Vitesse om de oren, maar met minder dan een halfuur te spelen leek alles dan toch goed te komen voor de thuisploeg. Vijf minuten nadat Ryan Koolwijk op de paal schoot, maakte Martí Riverola de 1-1.

Ferrer, rot op
En toen weer die slotfase, de specialiteit van Excelsior. In minuut 78 schoot revelatie Geert Arend Roorda vanaf de stip raak en vijf minuten later zorgde hij met een geweldige pegel van afstand voor 1-3. Zou het dan toch? De hoop begon helemaal te leven toen Tim Vincken na 92 minuten en 40 seconden zelfs de 1-4 maakte. Tevergeefs voor Excelsior liet scheidsrechter Jack van Hulten nog doorspelen tot minuut 96:10.

Ondanks de handhaving van Vitesse volgde een hels fluitconcert en kwamen de witte zakdoekjes massaal tevoorschijn op de thuisvakken. “Ferrer, rot op”, klonk het al snel. En Excelsior was dan wel veroordeeld tot play-offs, het uitvak vermaakte zich kostelijk en zong vrolijk mee. Tot het thuis- en uitpubliek zelfs om de beurt de trainer uitjouwde en de Excelsiorfans een staande ovatie kregen van die van Vitesse.

Voor Excelsior kwam het in de twee weken hierna uiteindelijk gewoon goed in de play-offs, mede dankzij een miraculeuze ontsnapping in de eerste wedstrijd in Den Bosch. Jawel, in de slotfase.

Foto bovenaan: beeld uit samenvatting Eredivisie Archief