
Het ‘nieuwe Excelsior’ is tien wedstrijden onderweg en niet meer weg te denken. Terwijl het derde blok van het seizoen in gang is gezet, blikken we met hoofdtrainer Ruben den Uil en technisch manager Niels van Duinen terug op de nieuw ingeslagen weg. “Het enthousiasme van supporters werkt aanstekelijk voor ons.”
De regenachtige woensdagochtend waarop Ruben den Uil met slechts twaalf contractspelers, van wie vijf geblesseerden, aan de voorbereiding begon, voelt als een eeuwigheid geleden. Een nieuwe zomer waarbij liefst 70 procent van de selectie vervangen moet worden, hoeven supporters niet te vrezen. “We zetten in op continuïteit en waardecreatie”, legt Niels van Duinen uit.
Met dat eerste bedoelt hij Excelsior dit seizoen niet met alle risico’s van dien all-in gaat, hopen dat het genoeg is voor promotie en daarna wel verder kijkt. “Alles wat we doen, willen we kunnen doen op het niveau waar we nu spelen én op het hoogste niveau. Tegelijkertijd willen we waarde creëren. Waar je vroeger veelal een- of tweejarige contracten zag, zijn we nu in de luxepositie dat we jongens langdurig vast kunnen leggen. Want je bent wel ergens naartoe aan het werken met elkaar.”

Jong talent
Het neemt niet weg dat Ruben den Uil als doelstelling heeft meegekregen om zo snel als mogelijk te promoveren. “Dat doen we op een andere manier dan dat het vroeger bij Excelsior ging”, aldus de hoofdtrainer.” Het verklaart waarom afgelopen zomer geen type spelers werd aangetrokken zoals vroeger met Sander Fischer, Thomas Verhaar of Luigi Bruins werden aangetrokken. “We hebben dezelfde ambitie als toen, maar richten het in vanuit een situatie waarin we volle bak inzetten op jong talent.”
Dat komt dit seizoen voor een groot deel uit eigen jeugd. “We hadden ook kunnen besluiten om tegen dezelfde voorwaarden jongens van buitenaf aan te trekken”, zegt Van Duinen. “Alleen is het gat tussen de jeugdopleiding en Keuken Kampioen Divisie minder groot, dus is ontwikkeling van eigen jeugd een bewuste pijler geworden.” Niemand had begin juli kunnen zeggen dat spelers als Cedric Hatenboer en Jerolldino Bergraaf in de voorbereiding zich zo snel zouden ontwikkelden. Of neem Noah Naujoks, plots een heel dragende speler, en Richie Omorowa, vorig jaar nog op de bank achter Troy Parrott en Nikolas Agrafiotis. Maar op toeval berust het niet, aldus de technisch manager. “Door bewust ergens voor te kiezen, zie je dat er nieuwe dingen kunnen ontstaan.”
Jonge spelers brengen met zich mee dat het grote verrassingen kunnen zijn, zoals we dit seizoen zien met bijvoorbeeld Richie Omorowa, Cedric Hatenboer, Noah Naujoks, Jacky Donkor en Jerolldino Bergraaf. “Maar het kan ook met dalen gaan”, aldus Den Uil. Hij noemt als voorbeeld dat het gemis van Ilias Bronkhorst en Arthur Zagré tegen Roda JC niet volledig kon worden opgevangen. “Het zijn beleidsmatige keuzes waarvan je met elkaar zegt: liever jonge jongens de kans geven en dat het af en toe dit zal zijn.” Bovendien is het binnenhalen van ervaren rotten, die geen waarde meer vertegenwoordigen, ook geen garantie tot direct succes.

Trots
Het neemt niet weg dat Excelsior dit seizoen historisch gezien met de grootste begroting ooit werkt in de Keuken Kampioen Divisie, benadrukt Van Duinen, al is dat geen garantie voor directe promotie. De technisch manager noemt FC Groningen als voorbeeld, dat vorig seizoen werkte met een begroting van 17 miljoen euro maar pas op de laatste speeldag ternauwernood op de tweede plaats eindigde.
Van Duinen: “We zullen ons in elke rol en positie binnen de club twee keer moeten outperformen. Dat is de dynamiek en het vertrekpunt waarop we vertrokken zijn en maakt dat we groei kunnen blijven realiseren richting de toekomst. We leven zeker niet in de illusie dat we alles alleen maar heel goed doen. Maar we mogen wel trots zijn op wat we aan het doen zijn.”
Dat geldt ook voor supporters, zegt Den Uil. “We zijn een relatief kleine club, met een niet al te grote historie als het gaat om budget en jeugdopleiding. Je mag best wel trots zijn op wat de club afgelopen jaren in de volledige breedte aan het presteren is. Excelsior is supergezond, maakt grote transfers, haalt talentvolle jongens en verlengt deze of vindt ze weer opnieuw.”
Wachten op spelers
Dat de voorbereiding begon met een verre van complete selectie was natuurlijk geen ideale situatie en vroeg om geduld van Den Uil. In plaats van paniek te laten regeren en vroeg in de voorbereiding middelmatige spelers binnen te halen, is bewust gewacht tot het einde van de transferwindow. “Dan is je selectie op papier in orde, maar niet kwalitatief genoeg”, zegt de trainer. Het wachten was de moeite waard, want daardoor spelen nu bijvoorbeeld Seydou Fini en Zach Booth in Kralingen.
Het zijn spelers die pas kwamen toen het seizoen al was begonnen. In de ogen van Den Uil eindigde de voorbereiding dan ook eigenlijk pas tijdens de eerste interlandbreak, toen de transferperiode voorbij was. “Vanaf dat moment kan je heel gericht gaan bouwen. Alleen ben je vanaf week nul gestart met een aantal geblesseerden en vallen ook Xander Blomme en Cedric Hatenboer weg. Dan is er nog niet veel te kiezen.”

Verrassend goed
Het kan een verklaring zijn dat de buitenwacht verrast is van de prestaties van Excelsior, aldus de trainer, die zelf ook niet had durven dromen dat zijn ploeg al zulke goede wedstrijden speelde en zo vaak scoorde. Over drie of vier blessures zal je Den Uil dan ook niet horen klagen. Maar op het moment dat er nóg meer bepalende spelers wegvallen en een sterke tegenstander wacht, zoals met Roda JC, kan het grote aantal afwezigen ook net te veel van het goede zijn.
Meegereisde fans hadden desondanks veel vertrouwen in aanloop naar de ontknoping van de eerste periodetitel en kwamen van een koude kermis thuis. “Daarvoor ben je ook supporter en die dynamiek moet ook blijven”, zegt Van Duinen. “Dat enthousiasme werkt ook weer aanstekelijk voor ons. Alleen is het aan ons om er zo nu en dan nuance aan te brengen, waarbij we niet weglopen voor onze ambities. Daar moeten we een middenweg in vinden. Het is mooi om te zien dat het leeft, dat mensen het over ons hebben en er rekening met ons wordt gehouden.”
Medische professionalisering
Het is logisch dat het hoge aantal blessures van de afgelopen maanden, ook al hebben deze geen patroon, leeft onder supporters. Meerdere blessures zijn afkomstig uit afgelopen seizoen en de afwezigheid van Blomme en Hatenboer zijn te verklaren door ongelukkige momenten op de training. Tegelijkertijd wordt binnen het professionaliseren van het voetbaltechnisch beleid ook de paramedische staf meegenomen. De tijd waarin deze met Mario Meijer en Adrie Poldervaart uit anderhalf fte bestaat, is in het profvoetbal niet meer denkbaar.
“We leven in een tijd waarin selecties groter worden en je met veel meer jongere jongens werkt. Een voordeel daarvan is dat ze gretig zijn, maar een nadeel is dat ze nog niet alles weten van hun eigen lichaam. Daar proberen we als club grip op te krijgen door de paramedische staf te professionaliseren”, legt Den Uil uit. Met Sjoerd den Dekker, overgekomen van SK Lommel, heeft Excelsior sinds dit seizoen voor het eerst een Hoofd Medisch Performance in huis. “Zo zijn we stapsgewijs aan het uitbouwen”, vult Van Duinen aan. “Het is nog niet op het niveau waar we willen zijn, maar we zijn wel onderweg.” Want of Excelsior nu speelt in de Eredivisie of Keuken Kampioen Divisie, het gaat om een structurele verbetering.

Interessante weken
Zowel Den Uil als Van Duinen vinden het lastig om een zinnige uitspraak te doen over waar Excelsior in de winterstop staat. De komende acht weken worden in elk geval interessant, zegt de trainer. Zo zal alleen de tijd leren of Richie Omorowa er nog eens acht in legt. “We hebben allemaal een idee van wat we kunnen. Maar de vraag is niet wát je kan, maar hoe vaak je dat kan laten zien. Ik hoop dat we in december zeggen: we hebben een talentvolle groep en je ziet ook al dat er heel veel performance geleverd wordt. Maar het zou ook kunnen zijn dat je ziet dat er veel potentie in zit, maar dat de performance heen en weer gaat.”
Van Duinen: “We hebben niet zoveel invloed op waar we met kerst staan, maar we hebben wel veel invloed om de komende wedstrijd een goed resultaat te halen. Dat is de cyclus waar we in leven. Als we daar alles in stoppen, in combinatie met dat er dadelijk weer jongens gaan aansluiten, hebben we de overtuiging dat we in staat zijn om veel mooie resultaten te halen.”
Stappen zetten
Het moet soms ook gewoon een beetje meezitten, vult Den Uil aan. Zo kun je een beloftenploeg net op het verkeerde moment treffen. Het maakt nogal uit of Jong AZ met Ernest Poku, Lequincio Zeefuik en Jayden Addai aantreedt, of Jong PSV met Couhaib Driouech en Ricardo Pepi. Maar waar de ploeg wél zelf invloed op heeft, is elke dag gas geven en een herkenbare speelwijze laten zien. De trainer verwacht dat daar met elkaar grote stappen in zullen worden gezet.
De steun die supporters tot nu toe hebben laten zien, werkt in elk geval stimulerend, zegt Van Duinen. “Als je nu naar een uitwedstrijd gaat, merk je dat het leeft. Het is gaaf dat we dat hebben kunnen stimuleren door een positieve eerste periode te draaien. Dat supporters er vertrouwen in hebben en het leuk vinden om naar Excelsior te gaan, is een enorm mooie stimulans voor ons.”
Den Uil: “We spelen geen schijtbakkenvoetbal. Wat we supporters sowieso in het vooruitzicht kunnen stellen, is dat je bij Excelsior een ploeg gaat zien die het initiatief wil nemen, druk vooruit wil geven, gas geeft en er alles aan doet om te winnen. Gaat dat altijd lukken? Nee, dat niet. Maar we gaan er wel alles aan doen.”