Hij is een van de weinige verzorgers in het profvoetbal die steevast wordt toegezongen zodra hij met zijn tas en koffer het veld op komt rennen. Misschien zelfs de enige. Maar daar komt binnenkort een einde aan: Mario Meijer stopt na dertig jaar als verzorger en hersteltrainer bij Excelsior. Hij blijft de club in een andere functie trouw.

Mario Meijer kwam in 1995 via via bij Excelsior terecht. Een vriend van een vriend liep er stage en wist dat de club voor het beloftenteam op zoek was naar een parttime verzorger. “Je moet beslissingen met je hersens nemen, maar soms ook je hart laten spreken. Ik heb precies andersom gedaan”, zei Meijer zes jaar geleden in een interview op de website van de Keuken Kampioen Divisie. “Ik dacht: ik heb het als profvoetballer niet gered, maar dit is wel een van de leukste dingen die je kan doen. Daarom heb ik een stap genomen waarvan mensen om me heen zeiden: ‘Wat ga jij nou doen?’”

Van jongs af aan
Hoewel Meijer op dat moment werkzaam was op de financiële administratie, was Excelsior allesbehalve nieuw voor hem. Zijn ouders bezochten de club al op jonge leeftijd en werden later beheerders van de kantine. Dat gebeurde een paar jaar nadat Meijer als jochie door zijn vader werd aangemeld als lid. Een doorbraak als prof bleef uit. Meijer stapte over naar het amateurvoetbal en ging dus werken in de financiële administratie, terwijl hij ondertussen zijn diploma’s in sportverzorging behaalde.

Het beloftenteam waarbij hij in 1995 begon, was destijds nog semiprofessioneel. Dankzij de samenwerking met Feyenoord veranderde dat, waardoor Meijer fulltime aan de slag kon bij de club. Vanwege zijn rol als hersteltrainer besloot hij ook zijn trainingsdiploma te behalen en sinds 2018 is hij ook hoofdtrainer bij CKC.

Op 1 augustus is Meijer dertig jaar in dienst bij Excelsior. In die drie decennia maakte hij het allemaal mee: van de moeizame jaren onderin de eerste divisie tot zes promoties, een halve finale in de beker, een misgelopen titel op de slotdag, vijf degradaties en meerdere financiële crises die de club bijna de das omdeden. Op 27 september 1997 werd hij door de supporters, uit frustratie na de zoveelste nederlaag, zelfs tot man of the match benoemd. Onder supporters groeide hij in al die jaren uit tot cultheld. Tot aan zijn laatste sprint vanuit de dug-out klonk het telkens weer vanaf de tribunes: ‘Mario, Mario, Mario!’